-
1 coup de baguette magique
(coup de baguette magique [или de fée])волшебство, способное вызвать внезапное превращение; мановение волшебной палочкиEn ce moment, elle aurait livré le quart de ses économies pour pouvoir restaurer sa maison en un instant par un coup de baguette de fée. (H. de Balzac, La Vieille fille.) — В эту минуту она отдала бы четверть своих сбережений за возможность моментально, словно по мановению волшебной палочки, восстановить былое благополучие семьи.
J'enrageais de n'avoir pas les trente, cinquante ou cent petits millions qui m'auraient permis d'acheter cette Lancia, ce manteau de fourrure, ce voyage au Mexique, ces relations flatteuses, grâce auxquels Véronique me regarderait enfin avec des yeux aimants, comme le magicien qui d'un coup de baguette magique fait surgir les merveilles désirées. (J.-L. Curtis, Un jeune couple.) — Меня бесило, что у меня нет этих 30, 50, 100 млн., которыми я мог бы оплатить Ланчию, меховое манто, путешествие в Мексику, престижные связи. Как чародей, который по мановению волшебной палочки вызывает появление вожделенных чудес, я заставил бы, наконец, Веронику смотреть на меня влюбленными глазами.
Dictionnaire français-russe des idiomes > coup de baguette magique
-
2 coup de baguette magique
por arte de magia, por arte de encantamiento, por arte de birlibirloqueDictionnaire Français-Espagnol des expressions et locutions > coup de baguette magique
-
3 d'un coup de baguette magique
сущ.Французско-русский универсальный словарь > d'un coup de baguette magique
-
4 baguette magique
(baguette magique [или d'enchanteur, de fée])Je suis un enchanteur sans baguette magique, un prestidigitateur sans foulard, bref une mère à qui les Fées n'ont pas octroyé le don d'autorité. (B. et F. Groult, Il était deux fois.) — Я словно волшебник без волшебной палочки, фокусник без платка, короче, - мать, которую Феи не пожаловали даром пользоваться авторитетом.
-
5 baguette magique
* * *nfd'un coup de baguette magique [effacer, régler, disparaître] — with a wave of one's wand, by waving a magic wand
* * * -
6 d'un coup de baguette
d'un coup de baguette (magique) -
7 baguette
baguette [bagεt]1. feminine nouna. ( = bâton) stickb. ( = pain) baguette2. compounds• ça ne se fait pas d'un coup de baguette magique ! you can't just wave your magic wand! ► baguette de tambour drumstick* * *bagɛt1) ( pain) baguette, French stick2) ( bâton) gén stick; ( de tambour) drumstick; ( pour manger) chopstickmener quelqu'un à la baguette — fig to rule somebody with a rod of iron
3) ( moulure) beading; ( pour cacher) casing4) (de bas, chaussettes) clock•Phrasal Verbs:* * *baɡɛt nf1) (de bois coupé) stick2) (= pour manger) chopstick3) [chef d'orchestre] baton4) (baguette de tambour) stick, drumstick5) (= pain) baguette, French stick6) CONSTRUCTION (= moulure) beading* * *baguette nf1 ( pain) baguette, French stick;2 ( bâton) stick; ( pour manger) chopstick; baguette d'encens incense stick; mener or faire marcher qn à la baguette fig to rule sb with a rod of iron;3 Mus ( pour percussion) drumstick; baguette de chef d'orchestre conductor's baton; l'orchestre jouera sous la baguette de R. Mutti the orchestra will be conducted by R. Mutti;4 Constr ( moulure) beading; ( pour cacher) casing; poser des fils sous baguettes to conceal wires in casing;5 Mode (sur bas, chaussettes) clock.baguette de coudrier hazel switch, divining rod; baguette de fusil ramrod; baguette magique magic wand; d'un coup de baguette magique with a wave of the magic wand; baguette de protection Aut side trim; baguette de sourcier water-divining rod; baguettes de tambour drumsticks; elle a les cheveux raides comme des baguettes de tambour her hair is dead straight.[bagɛt] nom fémininbaguette de coudrier hazel stick ou switch[pour manger] chopstickmener ou faire marcher quelqu'un à la baguette to rule somebody with an iron hand ou a rod of iron4. [vêtement] [d'une chaussure] foxing[sur des bas, un collant] clock -
8 baguette
[bagɛt](de chef d'orchestre) batuta feminino(chinoise) pauzinho masculinobaguette magique varinha feminino de condão* * *baguette bagɛt]nome femininobaguette magiquevarinha mágica; varinha de condãobaguette d'encenspau de incensoles Chinois mangent avec des baguettesos chineses comem com pauzinhosla baguette est un pain typiquement françaisa baguete é um pão tipicamente francêscomo que por magiaobedecer cegamente -
9 coup
coup [koe]〈m.〉1 slag ⇒ klap, steek, stoot, (plotselinge, korte, abrupte) beweging/GRAMT.♦voorbeelden:d'un coup d'aile • in een rukd'un coup de baguette (magique) • als bij toverslag〈 informeel〉 un coup de bambou • een zonnesteek; een vlaag van waanzincoup de barre • 〈 scheepvaart〉ruk aan het roer, plotselinge verandering; 〈 figuurlijk〉plotselinge vermoeidheid, hoge rekeningcoup de bec • snauw, sneerdonner un coup de brosse à qc. • iets (even) afborstelencoup de canon • kanonschotcoup de chance • gelukkig toeval, meevallercoup de chien • plotselinge storm; oproerdonner un coup de collier • er flink tegenaan gaanavoir un joli coup de crayon • goed (kunnen) tekenencoup de désespoir • wanhoopsdaadcoup d'éclat • meesterlijke zet〈 figuurlijk〉 un coup d'épée dans l'eau • een slag in de lucht, verspilde moeitecoup d'essai • eerste poging, begincoup d'Etat • staatsgreepboire le coup de l'étrier • een glaasje op de valreep drinkendonner un coup de fer à qc. • iets even opstrijkencoup de feu • schotcoup de fil • telefoontjecoup de folie • onbezonnen daad, aanval van waanzincoup de force • gewelddaad, overrompeling, coup de forcecoup de foudre • donderslag; 〈 figuurlijk〉liefde op het eerste gezicht, onverwachte ramp, slechte tijding〈 figuurlijk〉 donner un coup de fouet • aansporen, oppeppencoup de froid • verkoudheidcoup de gosier • schreeuwdonner, pousser un coup de gueule • losbrullen, een bek opzettencoup de hasard • bof, meevallercoup de langue • bitse, hatelijke opmerkingun petit, un dernier coup de lime • de laatste hand, de afwerkingcoup de main • hulp, handreiking, steun; 〈 leger〉overrompeling, aanslagdonner un coup de main • een handje helpenfaire un coup de main • een aanslag plegenavoir le coup de main • de vaardigheid hebben〈 figuurlijk〉 〈 informeel〉 recevoir le coup de masse • een zware klap (te verwerken) krijgen 〈 emoties〉〈 figuurlijk〉 un coup de massue • een harde slag, een gevoelige slagcoup de mer • stortzee, zware golfcoup d'oeil • blik, oogopslag, uitzichtavoir le coup d'oeil • kijk op de dingen hebbendu premier coup d'oeil • op het eerste gezichtjeter un coup d'oeil (rapide) sur qc. • een vluchtige blik op iets werpen〈 figuurlijk〉 coup de patte • veeg uit de pan, trap nace peintre a le coup de patte • deze schilder kan aardig met het penseel overwegse donner un coup de peigne • een kam door z'n haar halencoup de pied • trap, schopcasser des vitres à coups de pierre • ruiten ingooientuer qn. à coups de pierres • iemand stenigendonner un coup de piston à qn. • iemand aan een baantje helpencoup de poing • stomp, vuistslagcoup de poing (américain) • boksbeugel〈 informeel〉 avoir le, un coup de pompe • de man met de hamer tegenkomen, opeens niet meer kunnen〈 informeel〉 coup de pompe • man met de hamer, plotselinge uitputting, vermoeidheidun coup de pot • mazzel, gelukdonner le coup de pouce • de laatste hand aan iets leggencoup de poussière • mijngasontploffingon lui a fait le coup du presse-citron • ze hebben hem als een citroen uitgeknepencoup de pub • reclamestuntcoup de réparation • strafschopcoup de sang • beroerte, plotselinge woedecoup de semonce • schot voor de boegcoup de sifflet • fluitsignaalcoup de soleil • zonnesteek; zonnebrandcoup du sort • speling van het lot, tegenslagdonner un coup de téléphone à qn. • iemand opbellencoup de théâtre • plotselinge ommekeer, onverwachte wendingse flanquer un coup de torchon • vechtendonner un coup de tube à qn. • iemand een telefoontje gevencoup de veine • geluk, gelukkig toevalcoup de vent • rukwind, windstootcheveux en coup de vent • slordig, los zittend haarentrer en coup de vent • binnenstormencoup bas • stoot onder de gordelêtre aux cent coups • in alle staten zijn, doodsangsten uitstaandonner le dernier coup, le coup décisif • de genadeslag geven〈 informeel〉 coup fourré • gemene, onverwachte streek, luizenstreek〈 sport en spel〉 coup franc • vrije trap, slagmauvais coup • gemene streek, lelijke klapcoup monté • afgesproken werk, doorgestoken kaart〈 informeel〉 sale coup • rotstreek; zware slagcoup sec • droge knal, klap〈 figuurlijk〉 accuser le coup • de klap incasseren, er een klap van krijgenavoir le coup • er de slag van hebben〈 informeel〉 avoir un coup dans l'aile, dans le nez • (licht) aangeschoten zijn, te diep in het glaasje gekeken hebben〈 informeel〉 boire un coup • iets drinken, er eentje nemencalculer son coup • de zaak precies uitrekenen, uitkienencompter les coups • alleen maar toekijken, neutraal zijn〈 informeel〉 discuter le coup • babbelen, kletsen〈 informeel〉 être dans le coup • er bij betrokken zijn, er van wetenexpliquer le coup • de toestand, gang van zaken uiteenzettenfaire coup double • twee vliegen in één klap slaanfaire les cent coups, les quatre cents coups • een losbandig, rusteloos leven leiden, erop los leven, van alles uithalen 〈 kind〉en ficher, mettre un coup • flink de handen uit de mouwen stekenne pas en ficher un coup • geen klap uitvoerenfrapper des coups en l'air • vergeefse moeite doenfrapper un grand coup • een zware slag toebrengen, een grote slag slaanfrapper à coups redoublés • hard en vaak slaanmarquer le coup • een bijzonderheid benadrukken, een bepaalde gebeurtenis niet ongemerkt voorbij laten gaanmaintenant j'ai pris le coup • nu weet ik hoe het moetil en a pris un coup • dat heeft hem geen goed gedaanrendre coup pour coup • een klap, slag teruggevenrisquer, tenter le coup • het erop wagentenir le coup • standhouden, het uithoudenvaloir le coup • de moeite lonen, waard zijnen venir aux coups • handgemeen wordenà coup sûr • vast en zeker, beslistà tous (les) coups, à tout coup • telkens, bij elke gelegenheidtout à coup • plotselingaprès coup • naderhand, achterafau, du premier coup • bij de eerste keerau coup de midi • klokslag 12 uurd' un (seul) coup • in één keer, plotselingtout d' un coup • ineens, plotselingdu coup • bijgevolg, daaromdu même coup • tegelijkertijd, bij diezelfde gelegenheidêtre hors du coup • nergens vanaf wetenau coup par coup • een voor eenpour le coup • deze keer〈 juridisch〉 pour coups et blessures • vanwege toegebracht lichamelijk letsel; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 voor slagen en verwondingensous le coup de • onder de invloed, dreiging vansur le coup • op slag, onmiddellijk, meteensur le coup de midi • klokslag 12 uurcoup sur coup • achtereenvolgens, vlak na elkaar→ pierrem1) slag, klap, klop, steek, stoot, bons, dreun, trap, schop2) snee3) beet4) ruk5) worp6) daad, streek7) teug, slok8) zet -
10 baguette
f1. (bâton) па́лочка ◄е►; прут ◄pl. -'ъя, -'ев► (flexible);la baguette du chef d'orchestre — дирижёрская па́лочка; une baguette de tambour — бараба́нная па́лочка; il a les cheveux raides comme des baguettes de tambour fam. — у него́ во́лосы на голо́ве торчко́м торча́т; la baguette de fée (magique) — волше́бная па́лочка; comme d'un coup de baguette magique... — сло́вно по манове́нию волше́бной па́лочки, как бу́дто по волшебству́...; la baguette du sourcier [— раздво́енный] пру́тик ∫ иска́теля исто́чников <лозохо́дца>; ● mener à la baguette — держа́ть ipf. в повинове́нии (↑ в ежо́вых рука́вицах), помыка́ть ipf. (+); marcher à la baguette — пляса́ть ipf. под чью-л. ду́дку; ходи́ть ipf. по стру́нкеune baguette de noisetier — оре́ховая лоза́;
2. (pain) бато́н (dim. бато́нчик)3. (fusil) шо́мпол ◄pl. -а► 4. techn. (de bois) баге́т, пла́нка ◄о►, ре́йка ◄е► 5. pl. vx. шпицруте́ны ◄-ов►;faire passer qn. par les baguettes — прогоня́ть/прогна́ть кого́-л. сквозь стройla peine des baguettes — наказа́ние шпицруте́нами;
-
11 magique
adj.1. волше́бный, маги́ческий, сверхъесте́ственный* (surnaturel);des rites magiques — маги́ческий ритуа́л; un pouvoir magique — волше́бная власть <си́ла>; la baguette magique — волше́бная па́лочка; comme par un coup de baguette magique — как по манове́нию волше́бной па́лочки; la lanterne magique — волше́бный фона́рьune formule magique — маги́ческ|ая фо́рмула <-ое заклина́ние>;
2. (féerique, enchanteur) волше́бный, маги́ческий, чару́ющий (enchanteur);un spectacle magique — волше́бное зре́лищеun mot magique — маги́ческое сло́во;
-
12 magique
adj -
13 coup
mcoup d'audace — см. acte d'audace
- coup bas- coup dur- coup sec- bon coup- à coup- à coups- du coup -
14 baguette
baguette [baaget]〈v.〉1 stokje♦voorbeelden:baguette de fée • toverstokjebaguette de sourcier • wichelroedebaguette divinatoire • wichelroedebaguette magique • toverstokjebaguette salée • zoute stengel→ coupf1) stokje2) aanwijsstok3) dirigeerstok4) eetstokje5) stokbrood6) siernaad [kous, sok]7) lijstje, lijstwerk [bouwkunde] -
15 baguette
fbaguettes de tambour — 1) барабанные палочки 2) перен. разг. прямые волосыorchestre sous la baguette de... — оркестр под управлением...baguette magique, baguette divinatoire, baguette de fée — волшебная палочка••d'un coup de baguette — словно по мановению волшебной палочкиmener [commander] à la baguette — держать в повиновении, в ежовых рукавицахmarcher [obéir] à la baguette — беспрекословно подчиняться2) pl ист. шпицрутеныpasser par les baguettes — пройти сквозь строй5) стрелка, отделка (на чулках, носках)6) прост. нога -
16 baguette
f -
17 wave
wave [weɪv]1 noun∎ the waves les flots mpl;∎ figurative don't make waves ne faites pas de vagues, ne créez pas de remous(b) (of earthquake, explosion) onde f; figurative (of crime, panic, pain, disgust) vague f; (of anger) bouffée f;∎ the refugees arrived in waves les réfugiés sont arrivés par vagues;∎ Military there were several waves of attack il y eut plusieurs vagues d'assaut∎ her hair has a natural wave to it ses cheveux ondulent naturellement∎ our neighbour gave us a friendly wave notre voisin nous a fait un signe amical;∎ with a wave of the hand d'un geste ou d'un signe de la main;∎ with a wave of her magic wand d'un coup de baguette magique∎ his sister waved at or to him (greeted) sa sœur l'a salué d'un signe de la main; (signalled) sa sœur lui a fait signe de la main;∎ he waved to us as he left il nous fit au revoir de la main en partant;∎ she waved at or to them to come in elle leur a fait signe d'entrer;∎ he waved vaguely towards the door il a montré vaguement la porte d'un geste de la main∎ to wave a magic wand donner un coup de baguette magique;∎ figurative I can't just wave a magic wand! je ne peux pas faire de miracle!, je n'ai pas de baguette magique!∎ his mother waved him away sa mère l'a écarté d'un geste de la main;∎ the guard waved us back/on le garde nous a fait signe de reculer/d'avancer;∎ the policeman waved us through the crossroads le policier nous a fait signe de traverser le carrefour;∎ we waved goodbye nous avons fait au revoir de la main;►► wave band bande f de fréquences;wave energy énergie f des vagues;wave function fonction f d'onde;wave machine machine f à vagues;wave mechanics (UNCOUNT) mécanique f ondulatoire;wave power énergie f des vagues(move → flag) flotter; (→ wheat) onduler, ondoyer; (→ branch) être agité∎ he was waving his hands about il gesticulait∎ to wave sb/a car down faire signe à qn/à une voiture de s'arrêter -
18 wave
A n1 ( hand gesture) signe m (de la main) ; to give sb a wave faire un signe de la main à qn ; she gave him a wave from the bus elle lui a fait signe du bus ; with a wave, she disappeared après un signe (de la main) elle a disparu ; to greet sb with a wave accueillir qn d'un signe de la main ; to dismiss objections with a wave balayer des objections d'un geste ; with a wave of his wand d'un coup de baguette magique ;2 ( of water) vague f ; a 10-metre wave une vague de 10 mètres ; to make waves [wind] faire des vagues ; fig ( cause a stir) faire du bruit ; ( cause trouble) créer des histoires ;3 ( outbreak) vague f ; a wave of arrests/sympathy/strikes une vague d'arrestations/de solidarité/de grèves ; to occur in waves se produire par vagues ;5 ( in hair) cran m ;7 ( in sand etc) ondulation f.C vtr1 ( move from side to side) agiter [ticket, banknote, piece of paper, flag, handkerchief] ; brandir [umbrella, stick, gun] ; to wave sth at sb agiter qch devant qn [ticket, flag] ; brandir qch en direction de qn [gun, stick] ; to wave one's magic wand donner un coup de baguette magique (over à) ;2 to wave goodbye to faire au revoir de la main à [person] ; fig you can wave goodbye to your chances of winning tu peux dire adieu à tes chances de gagner ;3 ( direct) they waveed us on/away/through ils nous ont fait signe d'avancer/de nous éloigner/de passer ;4 ( at hairdresser's) to have one's hair waved se faire faire une mise en plis.D vi1 ( with hand) to wave to ou at sb saluer qn de la main ; to wave to sb to do faire signe à qn de faire ; to wave frantically at sb gesticuler en direction de qn ;■ wave around, wave about:▶ wave around [flag, washing] flotter ;▶ wave [sth] around brandir [stick, umbrella, gun] ; don't wave that gun around! ne jouez pas avec cette arme! ; to wave one's arms around agiter les bras dans tous les sens.■ wave aside:▶ wave [sth] aside, wave aside [sth] repousser [qch] d'un geste [suggestion, offer] ;▶ wave [sb] aside écarter qn.■ wave off:▶ wave [sb] off, wave off [sb] faire au revoir de la main à qn. -
19 пръчка
ж 1. bâton m, baguette f, verge f, trique f; пръчка червен восък bâton de cire а cacheter; сяра на пръчки soufre en bâtons; 2. (метал) barre f; пръчка желязо barre de fer а с магическа пръчка d'un coup de baguette de fée, d'un coup de baguette magique; лозова пръчка plante de vigne; пръчката ще играе il y aura des coups de verge, il y a aura de bâton. -
20 surgir
sur.gir[surʒ‘ir] vi surgir, jaillir, apparaître.* * *[sux`ʒi(x)]Verbo intransitivo surgir* * *verbojaillir(pessoa) se présenterapparaîtreele surgiu do nadail est apparu comme par miracle; il est apparu comme par un coup de baguette magiquesurgiram muitos problemasdes problèmes surgissent de toutes parts
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Baguette Magique — Pour les articles homonymes, voir Baguette. Image d Épinal de la fée marraine de Cendrillon … Wikipédia en Français
Baguette magique — Pour les articles homonymes, voir Baguette. Image d Épinal de la fée marraine de Cendrillon changeant une citrouille en carrosse grâce à sa baguette … Wikipédia en Français
Baguette Magique (Harry Potter) — Magie dans l’univers de Harry Potter Dans la saga littéraire Harry Potter écrite par J. K. Rowling, la magie est décrite comme une force naturelle qui peut être utilisée pour contrer les lois de la nature tout en pouvant être étudiée de manière… … Wikipédia en Français
Baguette magique (Harry Potter) — Magie dans l’univers de Harry Potter Dans la saga littéraire Harry Potter écrite par J. K. Rowling, la magie est décrite comme une force naturelle qui peut être utilisée pour contrer les lois de la nature tout en pouvant être étudiée de manière… … Wikipédia en Français
Baguette magique (harry potter) — Magie dans l’univers de Harry Potter Dans la saga littéraire Harry Potter écrite par J. K. Rowling, la magie est décrite comme une force naturelle qui peut être utilisée pour contrer les lois de la nature tout en pouvant être étudiée de manière… … Wikipédia en Français
baguette — [ bagɛt ] n. f. • 1510; it. bacchetta, de bacchio « bâton », lat. baculum 1 ♦ Petit bâton mince et flexible. ⇒ badine, canne, jonc, 1. stick, verge. Baguette d officier. Loc. Commander, mener les gens à la baguette, avec autorité et rigueur. ♢… … Encyclopédie Universelle
Baguette de fée — Baguette magique Pour les articles homonymes, voir Baguette. Image d Épinal de la fée marraine de Cendrillon … Wikipédia en Français
Baguette des fées — Baguette magique Pour les articles homonymes, voir Baguette. Image d Épinal de la fée marraine de Cendrillon … Wikipédia en Français
coup — [ ku ] n. m. • colp 1080; lat. pop. colpus, class. colaphus, gr. kolaphos I ♦ 1 ♦ Mouvement par lequel un corps vient en heurter un autre; impression (ébranlement, bruit...) produite par ce qui heurte. ⇒ choc, ébranlement, heurt, tamponnement.… … Encyclopédie Universelle
baguette — (ba ghè t ) s. f. 1° Sorte de petit bâton mince et flexible. Dans quelques pays, certains officiers portaient une baguette quand ils étaient en fonction ; de là figurément, le sens d autorité donné à baguette. Se laisser mener à la baguette … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
BAGUETTE — s. f. Verge, houssine, bâton fort menu. Il avait une baguette à la main. Ce cheval se laisse mener à la baguette, obéit à la baguette. Dans quelques pays, certains officiers publics portent une baguette, lorsqu ils sont dans l exercice de leurs… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)